Hoofdstuk5: Leren en leven in de Fransche school

Het leren en leven in de Fransche School werd in grote mate bepaald door de kostschool-houder zelf, maar hij was gebonden aan zijn Instructie opgesteld door het Ambtsbestuur.
Verder stond hij onder toezicht van de Inspekteur van het Departement van de IJssel, Arrondissement Arnhem.

INSTRUCTIE voor Fransche Kostschoolhouder.
Archief Ambtsbestuur Nijkerk 1680-1813 / Resolutieboek 6 blz. 221-223 Besluit van 29 mei 1772.

De Heeren Jonkeren in overweging genomen hebbende dat er ter occasie van het beginnen van den schooldienst door den nieuw aangestelden Fransche kostschoolmeester Dirk van Driel diende benaamt te worden een instructie waarna sig de Duytsche, en bijsonder den bovengen: Fransche schoolmeester sullen gedragen hebben na deliberatie vastgestelt en beraamt.

Dat het schoolgeld van de kinderen, die alleen op den Duytsche schoolen gaan, sal verblijven als van ouds.

Dat de Duytsche schoolen des morgens sullen beginnen om negen en eindigen om half twaalf uuren, en des namiddags en des avonds sal verblijven als van ouds, edog omtrent den tijd van het aan en uijt gaan der Franschen school sal den Franschen schoolmeester Dirk van Driel provisioneel tot onze nadere eis, positie sodanige tijden konne bepalen als hij ten meeste nutte van sijne kost- en andere discipelen sal vermeene te komen strekken.

En sullen de kinderen niet, dan met het Vierendeel Jaars van het eene school tot het andere mogen overgaan, of sullen het geheele Vierendeel Jaars in een der schoolen begonnen moeten betalen, als hij of sij in die school de gehele drie maanden waaren verbleven.

So Jongens als Meijsjes onder de seven Jaaren sullen op den Fransche kostschool niet mogen geadmitteert worden, maar sig op de Duytsche schoolen met het leeren van spellen, lesen, en schrijven moeten ophouden.

Het schoolgeld op het Fransche school voor het leeren van Duytsch en Fransch (het Italiaans boekhouden uytgesondert) word gestelt op ses stuyvers in de week, mits het quart Jaar ingegaan is, bij het verlaten van de school, geheel te betalen.


Schoolgeld voor Fransch f. 3,78
Voor het fournissement van Pennen, papier en inckt in het quart Jaar --,15
Voor kagchel brand des ’s winters --,15
Voor wekelijks een kaars in het avondschool / 13 kaarsen --,07
In het Vierendeel Jaars f. 6,15

Eijndelijk sal een armbusch aan den ingang of in het voorhuijs van den Franschen school geplaatst worden, waarop staat gedenkt den armen.

Alle bij provisie en tot onze nadere dispositie, en sal extract deses aan de Fransche en Duytsche Schoolmeesters worden ter hand gestelt tot ieders narigt, en om sig daarna stiptelijk te gedragen.

Meester Dirk van Driel binnen gestaan sijnde, en aan haar HoogWelGeboren gepresenteert hebbende, den persoon van Pieter van der Kieft, Lidmaat van de Gereformeerde Kerk en welke hij op haar HoogWelGeboren approcatie tot Duytsch Onderwijzer had aangenomen.

Hebben haar HoogWelGeboren den selven geagggreëert.

De Instruktie voor de kostschoolhouder werd regelmatig bijgesteld en herzien. O.a. bij de benoeming van de heer Schuld in 1829 en ook in 1850. Deze laatste versie is opgenomen in de bijlagen.

Vanaf 1815 is bekend dat de Schoolopziener namens Burgemeester jaarlijks een verslag wegens de Staat van het schoolwezen binnen de gemeente Nijkerk opstelt.
De school en de aard van het onderwijs worden als volgt beschreven:

Is een kostschool. Bij gebrek aan leerlingen is het onderwijs bepaald en bevat thans slechts Nederduitsche en Fransche talen, lees- schrijf- en rekenles, aardrijks- en geschiedkunde. Schoon er anders nog bij zoude gevoegd worden, Hoogduitsche en Engelse talen, wis- en natuurkunde.

Welk lesmateriaal gebruikt werd in die tijd, is mij niet bekend. Ongetwijfeld zal er op een lei geschreven zijn. Maar er was in die tijd ook al lesmateriaal in boekvorm beschikbaar. Zo vond ik het boek “Instructie of grondige onderregting over het Italiaans Boekhouden” van M.F. Förtsch, Practiserend boekhouder te Amsterdam uit 1765. (zie bijlage)